In het kader van uw scheiding komt via het verplicht op te stellen ouderschapsplan het ouderlijk gezag over uw kinderen na echtscheiding aan de orde. Uitgangspunt daarbij is, dat u beiden het ouderlijk gezag blijft uitoefenen en verantwoordelijk blijft voor de beslissingen en uitvoering rond opvoeding en verzorging van uw kinderen. Dit wordt door de wetgever in groot belang van uw kinderen geacht.

Via de rechter kan in het kader van de scheiding (maar ook daarna door wijzigende omstandigheden) om eenhoofdig ouderlijk gezag worden verzocht. U dient dan wel heel goed te kunnen onderbouwen, dat daar een goede reden voor is. Bedacht moet worden, dat die reden er niet snel zal zijn. Voorbeelden waarin wel een kans kan worden gemaakt zijn de situaties waarin:

  • een ouder drugsverslaafd is, hulp weigert en geestelijk niet stabiel is;
  • een ouder langdurig in het buitenland verblijft, waardoor praktische invulling van het gezag zodanig wordt belemmerd dat dit schadelijk is voor het kind;
  • de communicatie tussen beide ouders zo slecht is, dat de ontwikkeling van het kind in gevaar komt en het kind dreigt ernstig klem te komen zitten tussen beide ouders;
  • een van beide ouders om andere redenen geen invulling kan of wil geven aan het ouderlijk gezag. Overigens is het samen eens zijn over eenhoofdig gezag niet perse de zekerheid dat de rechter daarin mee gaat. Die zal ambtshalve toetsen of er voldoende grond is. Daarbij dient rekening te worden gehouden dat de rechter een kind kan horen, zonder de ouders erbij. Dit om te vernemen hoe het kind er zelf in zit. Overigens is de leeftijd waarop dit kan plaats kan vinden per regio anders. In de regio Rotterdam geldt momenteel de leeftijd van 12 jaar en ouder.

Verliest een van u beiden het gezag over de kinderen? Dan blijft die ouder wel onderhoudsplichtig voor de kosten van verzorging en opvoeding van uw kinderen tot 18 jaar en de kosten van levensonderhoud en studie van uw kinderen tot 21 jaar.