Algemeen

Scheiden is een rollercoaster van emoties. Voor de partijen zelf, maar zeer zeker ook voor de kinderen.

Kinderen willen niet dat ouders uit elkaar gaan. Zij hebben echter geen invloed op dat besluit, maar krijgen wel volop te maken met de gevolgen. Ook wanneer u er niet met hen over zou praten, dan krijgen zij toch meer mee dan goed voor hen is. In een poging om naar beide ouders wenselijk gedrag te vertonen, zal een kind ten koste van zichzelf ouders proberen te compenseren voor het verdriet rond de scheiding. Uiteindelijk is er daardoor een groot risico dat een kind klem raakt. Met alle schadelijke gevolgen van dien.

De enige manier om dat proces te beperken, is door de kinderen alle ruimte te geven rond de gevolgen van de scheiding. Maak hen duidelijk, dat alles goed is en dat zij van beide ouders evenveel mogen blijven houden. Het feit dat de ouders klaar zijn met elkaar, betekent immers niet dat de kinderen dat spoor moeten volgen. Voorkom daarbij elke discussie in het zicht van de kinderen en zorg, hoe moeilijk ook, dat uw verdriet en/of boosheid rond de scheiding zo min mogelijk in het zicht van de kinderen zit. Spreek niet negatief over de ander in het bijzijn van de kinderen en verzoek uw naasten om u daarin te volgen. En bedenk, dat kleine potjes grote oren hebben. Vermijd dan ook goedbedoelde gesprekken met derden in hun bijzijn.

Juist wegens het belang van de kinderen, verlangt de wetgever van u als ouders, dat u eerst de gevolgen van de scheiding voor de kinderen op orde brengt, voordat u de scheidingsprocedure inzet. Er moet een ouderschapsplan zijn, voordat de scheiding kan worden gestart.

Dat overleg vergt communicatie en flexibiliteit. Ons team kan daar zonder meer een constructieve rol in spelen. Zijn partijen en hun mediator of advocaten niet in staat om overeenstemming te bereiken aangaande de inhoud van een ouderschapsplan, dan zal de rechter bij het scheidingsverzoek dienen te worden overtuigd van de omvang en aard van de pogingen die zijn gedaan om een getekend ouderschapsplan geregeld te krijgen.

De onderstaande onderwerpen zullen in ieder geval in het ouderschapsplan moeten worden behandeld.

Gezag over kinderen

In het kader van uw scheiding komt via het verplicht op te stellen ouderschapsplan het ouderlijk gezag over uw kinderen na echtscheiding aan de orde. Uitgangspunt daarbij is, dat u beiden het ouderlijk gezag blijft uitoefenen en verantwoordelijk blijft voor de beslissingen en uitvoering rond opvoeding en verzorging van uw kinderen. Dit wordt door de wetgever in groot belang van uw kinderen geacht.

Via de rechter kan in het kader van de scheiding (maar ook daarna door wijzigende omstandigheden) om eenhoofdig ouderlijk gezag worden verzocht. U dient dan wel heel goed te kunnen onderbouwen, dat daar een goede reden voor is. Bedacht moet worden, dat die reden er niet snel zal zijn. Voorbeelden waarin wel een kans kan worden gemaakt zijn de situaties waarin:

  • een ouder drugsverslaafd is, hulp weigert en geestelijk niet stabiel is;
  • een ouder langdurig in het buitenland verblijft, waardoor praktische invulling van het gezag zodanig wordt belemmerd dat dit schadelijk is voor het kind;
  • de communicatie tussen beide ouders zo slecht is, dat de ontwikkeling van het kind in gevaar komt en het kind dreigt ernstig klem te komen zitten tussen beide ouders;
  • een van beide ouders om andere redenen geen invulling kan of wil geven aan het ouderlijk gezag. Overigens is het samen eens zijn over eenhoofdig gezag niet perse de zekerheid dat de rechter daarin mee gaat. Die zal ambtshalve toetsen of er voldoende grond is. Daarbij dient rekening te worden gehouden dat de rechter een kind kan horen, zonder de ouders erbij. Dit om te vernemen hoe het kind er zelf in zit. Overigens is de leeftijd waarop dit kan plaats kan vinden per regio anders. In de regio Rotterdam geldt momenteel de leeftijd van 12 jaar en ouder.

Verliest een van u beiden het gezag over de kinderen? Dan blijft die ouder wel onderhoudsplichtig voor de kosten van verzorging en opvoeding van uw kinderen tot 18 jaar en de kosten van levensonderhoud en studie van uw kinderen tot 21 jaar.

Hoofdverblijf / inschrijfadres kind

Een kind dient op een feitelijk woonadres ingeschreven te staan in het register voor de Basis Registratie Personen.

Elk kind kan maar één hoofdverblijf en inschrijfadres hebben. Dat geeft soms problemen, omdat voor ouders veelal aan het gebruik van de term ‘hoofdverblijf’ een gevoel verbonden zit. Zeker wanneer co-ouderschap aan de orde is (een verdeling over de ouders van de feitelijke zorg nagenoeg bij helften), dan hebben de meeste ouders de behoefte om ook als hoofdverblijf erkend te worden. Dat kan soms worden opgelost als er meerdere kinderen zijn, door bijvoorbeeld ieder een kind ingeschreven te krijgen. Daar moet echter wel worden beseft, dat inschrijving ook financiële gevolgen heeft.

De reden hiervoor ligt in het feit dat de meeste financiële vergoedingen/voorzieningen voor de kinderen vanuit overheidswege verbonden zijn aan het inschrijfadres. Deze zullen dus worden ontvangen door de ouder waar de inschrijving van het desbetreffende kind plaatsvindt. Daarbij kan worden gedacht aan de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de alleenstaande ouderkop (waar aan de orde) en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (waar van toepassing). Voor de laatste is de inschrijfverplichting niet van toepassing, als de feitelijke zorg bij helfte over de ouders is verdeeld.

Het al dan niet ontvangen van bepaalde vergoedingen wordt weer verdisconteerd in de alimentatieberekeningen. Het is dus zeer zeker relevant om u eerst goed te laten adviseren aangaande de gevolgen van bepaalde uitgangspunten, voordat u samen hierover onderling afspraken maakt.

Zorgverdeling kinderen

Scheiden betekent, dat uw samenleving op enig moment zal worden verbroken. U zult als ouders dan ook tijdig samen in overleg moeten gaan over de wijze en de mate waarin de zorg over de kinderen over u beiden zal worden verdeeld. Dat betreft niet alleen de reguliere zorgverdeling, maar ook de verdeling van de zorg tijdens de schoolvakanties, feestdagen en bijzondere dagen. U dient dit niet alleen samen te bepalen, maar hoort ook de kinderen op een bij de leeftijd passende wijze bij de afspraken te betrekken.

Tip 1: de verdeling is geheel aan partijen en de kinderen. De kinderen hebben wettelijk recht op zorg van beide ouders, ieder voor de helft, tenzij er praktische belemmeringen zijn. Daardoor is het mogelijk, dat een ouder het merendeel van de zorg uitoefent en de andere ouder een kleiner deel.

Steeds vaker komen er verdelingen voor, waarbij de zorg werkelijk bij helften verdeeld wordt. Een zogeheten co-ouderschap. Bedenk daarbij, dat het niet per se ‘week op - week af’ hoeft te zijn. Er kan zelfs worden gekozen voor wekelijks afwijkende roosters in een cyclus van meerdere weken. Belangrijk is wel, dat het voor het kind goed vol te houden moet zijn, niet te ingewikkeld en zeker niet te belastend.

Ten aanzien van vakanties is het ook mogelijk om een jaarlijks wijzigende verdeling van zorg af te spreken. Bijvoorbeeld een verdeling, waarbij de even jaren anders worden ingericht dan de oneven jaren. Een optie is bijvoorbeeld, om de ene ouder in de oneven jaren eerste keus te geven welke helft van een vakanties wordt genoten en de andere ouder in de even jaren. Of het ene jaar de voorjaarsvakantie naar vader, terwijl deze het andere jaar naar moeder gaat. En dan bijvoorbeeld voor de herfstvakantie andersom, om de balans in evenwicht te brengen.

Bij sommige afspraken is het wel verstandig om een uiterste datum op te nemen voor welke de keuze moet zijn gemaakt en bekend gemaakt. Ook om de andere ouder in staat te stellen tijdig een vakantie te plannen en boeken.

Tip 2: voorkom misverstanden en discussie door de gemaakte afspraken (en eventuele structurele wijzigingen daarop) zo gedetailleerd mogelijk vast te leggen in het ouderschapsplan, dat verplicht is om op te stellen bij een relatiebreuk met kinderen. Bedenk daarbij ook wel, dat een ouderschapsplan een momentopname is. Het dient mee te groeien met de behoefte van de kinderen en de praktische mogelijkheden van de ouders, dus hanteer het niet te star. Het beste ouderschapsplan vindt al snel de weg naar een la en komt er nooit meer uit, omdat de ouders nieuwe en bestaande situaties simpelweg steeds weer in goed overleg oplossen.

En wat nu als u er beiden niet uit komt? Dan zal de rechter knopen moeten doorhakken. Dat kan voor de periode in de aanloop naar de scheiding via de voorlopige voorzieningen procedure en voor de periode na scheiding in de echtscheidingsprocedure. Maar alleen als u voldoende kunt aantonen, dat u voldoende heeft geprobeerd om tot ondertekende afspraken te komen met de andere ouder. Indien na vaststellen van de zorgverdeling er omstandigheden wijzigen, dan kan altijd in een wijzigingsprocedure een aanpassing worden verzocht, wanneer de ouders in goed overleg er niet uitkomen. Dit is een relatief eenvoudige procedure waarbij na een verzoekschrift en een verweerschrift de rechter partijen zal ontvangen op een zitting, alvorens uitspraak te doen.

Bij procederen dient er rekening mee te worden gehouden, dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd zullen worden gehoord door de rechter om te vernemen of hun wensen voldoende bij de standpunten zijn betrokken. De leeftijd varieert per regio. In Rotterdam is dat momenteel vanaf 12 jaar en ouder.

Bedenk bij het procederen, dat de rechter nimmer het detailniveau zal kunnen aanbrengen in uw zorgregeling, dat u als ouders wel kunt bereiken. Nog los van de extra spanning die het oplevert voor de ouders èn de kinderen. Procederen is dan ook het laatste redmiddel.

Kinderalimentatie

Onderhoudsplicht

In Nederland geldt voor ouders een onderhoudsplicht voor kinderen. Die onderhoudsplicht voor ouders geldt al bij biologisch ouderschap. Het al dan niet erkend hebben, is dus niet relevant. Ook zonder erkenning zal voor het kind moeten worden betaald.

Naast de ouders kunnen er andere onderhoudsplichtigen zijn. Bijvoorbeeld een stiefouder tot wiens gezin de kinderen behoren. Er moet dan vooralsnog wel sprake zijn van een huwelijk/geregistreerd partnerschap.

In tegenstelling tot de onderhoudsplicht van stiefouders, geldt de onderhoudsplicht van ouders niet alleen tijdens, maar ook na de relatie. Tijdens de relatie gebeurt dit automatisch via de gemeenschappelijke financiële huishouding. Na de relatiebreuk ontstaat regelmatig discussie. Bij gebrek aan afspraken zal de rechter op verzoek van een ouder knopen doorhakken.

Omvang

De overheid heeft spelregels bepaald voor het berekenen van een kinderbijdrage: de Tremanormen. Daarbij is met behulp van de Nibudnorm een berekeningsmethode bepaald, die enerzijds helpt de kosten van de kinderen in omvang te bepalen en anderzijds helpt deze via een verdeelsleutel over de onderhoudsplichtigen te verdelen. Nogmaals: dit hoeven niet alleen de ouders te zijn.

De wetgever heeft bepaald dat kinderen er na de scheiding in beginsel niet op achteruit mogen gaan. Om die reden worden de te verdelen kosten berekend aan de hand van het netto gezinsinkomen ten tijde van het uiteengaan. Als één van de ouders na de scheiding meer gaat verdienen dan beide ouders tijdens uiteengaan tezamen, dan zal alleen dat hogere inkomen worden aangehouden als uitgangspunt voor het bepalen van de te verdelen kinderkosten.

Het uitgangspunt dat kinderen er na de scheiding niet op achteruit mogen gaan, brengt ook mee dat niet zomaar ten nadele van de kinderen van de richtlijnen mag worden afgeweken. Indien de ouders in onderling overleg de kosten van de kinderen toch lager zouden vaststellen, dan zit daar risico in. Dat risico zit vooral in het feit, dat later altijd via de rechter correctie kan worden verlangd. Afhankelijk van de omstandigheden soms zelfs met terugwerkende kracht. Een zeer onwenselijk risico, om welke reden dringend wordt geadviseerd de kinderbijdrage(n) volgens de spelregels te (laten) berekenen. Bewust ten voordele van de spelregels voor kinderalimentatie afwijken kan ertoe leiden, dat er later niet of nauwelijks van die afspraken kan worden afgeweken. Laat u dan ook altijd eerst goed voorlichten en voorrekenen of uw afspraken dergelijke risico’s kennen. U wilt voorkomen, dat u vanuit beste bedoelingen onverwacht vast zit aan afspraken die u niet langer na kunt komen.

Onder het inkomen van de ouders valt niet alleen het laatst genoten inkomen uit arbeid, maar bijvoorbeeld ook ondernemingswinst en structureel dividend. Zodra het netto gezinsinkomen vast staat, wordt dit in relatie gebracht met het aantal kinderen binnen het gezin en de leeftijd van de betrokken kinderen. Via de daarmee verbonden kinderbijslagpunten zal uiteindelijk aan de hand van de Nibud-tabellen een bepaling van de maandelijkse kosten van de kinderen plaatsvinden. Dat kostenbedrag is de kostenpost nadat aftrek van de kinderbijslag heeft plaatsgevonden (welke in beginsel toekomt aan de ouder waar de kinderen staan ingeschreven nu deze de vaste lasten van de kinderen draagt). De uit de tabel voortkomende maandelijkse kostenpost van de kinderen zal het uitgangspunt zijn voor de berekening van de kinderbijdragen.

Verdeling naar draagkracht

De berekende kinderkosten dienen naar draagkracht over de onderhoudsplichtigen te worden verdeeld. Die draagkracht wordt per onderhoudsplichtige berekend aan de hand van een voorgeschreven formule en het te verwachten inkomen na scheiding. Ook hier geldt, dat het niet alleen inkomen uit arbeid is, maar ook inkomen uit ondernemen. Indien een ouder fiscale voordelen heeft, dan worden die in beginsel meegenomen in de berekening. Dit om te zorgen, dat de toeslagen e.d. naar behoren kunnen worden berekend. Ook een ontvangen kindgebonden budget (waaronder de alleenstaande ouderkop waar aan de orde) wordt toegevoegd aan het inkomen van de ontvangende ouder.

Indeling kinderkosten

De totale kosten van een kind worden geacht voor 30% uit ‘vaste lasten’ te bestaan. Dit zijn de lasten, die niet vast zitten aan het werkelijk aanwezig zijn van een kind bij een ouder. Gedacht moet worden aan de reguliere verzekeringskosten, schoolkosten, overblijfkosten, contributies, lidmaatschappen en zaken als muziekles en kleding. De overige 70% van de totale kosten is wel verblijf gerelateerd. Daarbij moet -onder andere- worden gedacht aan huisvesting, eten, drinken, hygiëne, stroomgebruik, reguliere uitstapjes en vakantie.

Zorgkorting

De ouder waar een kind staat ingeschreven, draagt de vaste lasten van een kind en daarmee de hiervoor beschreven 30% van de totale kosten. De verdeling over de ouders van de overige 70% van de totale kosten (de verblijfskosten) is afhankelijk van de verdeling van de zorg. Immers, via het aantal zorgdagen zullen die verblijfkosten feitelijk over de ouders worden verdeeld. In het systeem wordt dit meegenomen door een zogeheten ‘zorgkorting’ op de berekening van kinderalimentatie toe te passen. Die zorgkorting heeft de volgende omvang:

  • minder dan gemiddeld 1 dag in de week zorg (inclusief vakanties): 5% zorgkorting;
  • gemiddeld 1 dag in de week zorg (inclusief vakanties): 15% zorgkorting;
  • gemiddeld 2 dagen in de week (inclusief vakanties): 25% zorgkorting; - gemiddeld 3 dagen in de week (inclusief vakanties): 35% zorgkorting.

Overigens is het woord korting wat ongelukkig gekozen, nu het niet werkelijk een korting betreft. Het is eigenlijk een aftrekpost wegens reeds betaalde kosten ter voorkoming van een dubbeltelling.

Co-ouderschap

Wanneer sprake is van een zorgregeling waarbij de ouders de zorg nagenoeg gelijk verdelen, dan is er sprake van een situatie die als ‘co-ouderschap’ wordt gekwalificeerd. Dat betreft gemiddeld 3 dagen zorg per week, inclusief vakanties. Indien de kinderen bij 1 ouder staan ingeschreven die alle vaste lasten voor hen voldoet, dan zal bij de andere ouder in geval van een co-ouderschap een zorgkorting van 35% mogen worden verrekend.

Dat is anders als de ouders bij co-ouderschap kiezen voor een afwijkende methode, zoals verdeling van de kosten via een kinderkostenrekening. In die situatie openen de ouders een en-of rekening waar zij beiden een pas van hebben. Zij bepalen vooraf duidelijk welke vaste en gebruikslasten van de kinderen er van die rekening mogen worden betaald door beide ouders. Tevens wordt vooraf bepaald of de kinderbijslag op die rekening wordt gestort of niet. Voorts wordt aan de hand van de richtlijnen berekend welk bedrag iedere ouder op de en/of rekening stort om uiteindelijk alles ook van die rekening te kunnen betalen. Ook dit gebeurt dan veelal naar rato van draagkracht. Het is mogelijk om aan deze betaalrekening een spaarrekening te koppelen voor reserveringen. Ook daar zullen dan wel duidelijke afspraken over moeten worden gemaakt. Het systeem van de kinderkostenrekening is zeer afhankelijk van een goede band van de ouders na scheiding. Het verlangt meer tussentijds overleg en bijstellen dan de reguliere kostenverdeling en is dan ook niet voor alle scheidende ouders weggelegd.

Wijziging kinderalimentatie

De verdeling van de kosten van de kinderen is gebaseerd op de omstandigheden en richtlijnen die op dat moment aan de orde zijn en kunnen worden aangetoond. Zouden die omstandigheden en/of richtlijnen zodanig wijzigen dat een aanpassing op zijn plaats is, dan kan de rechter worden gevraagd om de bijdrage aan te passen. Dat kan ook, als kan worden aangetoond dat is uitgegaan van verkeerde uitgangspunten.

Als voorbeeld voor gewijzigde omstandigheden gelden:

  • wijziging van het inkomen van de betaler / ontvanger, waardoor de verdeling naar draagkracht anders uit pakt;
  • wijziging van de zorgverdeling, waardoor de zorgkorting wijzigt;
  • wijziging van de gezinssamenstelling van de betaler / ontvanger, bijvoorbeeld:door nieuwe partners waarmee wordt samengewoond, als gevolg waarvan het fiscale inkomen wijzigt en daarmee de te ontvangen vergoedingen vanuit de overheid; door de geboorte van nieuwe kinderen, waardoor een herverdeling van de draagkracht nodig is.

Na de scheiding kan bij wijziging van omstandigheden in goed overleg tot een aanpassing van de kinderbijdrage worden gekomen. Dit kan naar behoren in een gewijzigd ouderschapsplan of aanvullend ouderschapsplan worden vastgelegd. Eventueel kan de rechter zelfs gezamenlijk worden verzocht, om de wijziging te bekrachtigen.

Wanneer de ouders het niet eens worden, kan de rechter via een verzoekschrift worden gevraagd om de bijdrage te verhogen of te verlagen. De verweerder zal in de gelegenheid worden gesteld om te reageren via een schriftelijk stuk. Daarna zal tijdens een zitting de rechter de ontbrekende informatie vragen en uiteindelijk een knoop voor partijen doorhakken. Houd er rekening mee, dat in het familierecht vrijwel nooit een kostenveroordeling zal plaatsvinden voor de gemaakte advocaatkosten.