Hoofdverblijf / inschrijfadres kind
Een kind dient op een feitelijk woonadres ingeschreven te staan in het register voor de Basis Registratie Personen.
Elk kind kan maar één hoofdverblijf en inschrijfadres hebben. Dat geeft soms problemen, omdat voor ouders veelal aan het gebruik van de term ‘hoofdverblijf’ een gevoel verbonden zit. Zeker wanneer co-ouderschap aan de orde is (een verdeling over de ouders van de feitelijke zorg nagenoeg bij helften), dan hebben de meeste ouders de behoefte om ook als hoofdverblijf erkend te worden. Dat kan soms worden opgelost als er meerdere kinderen zijn, door bijvoorbeeld ieder een kind ingeschreven te krijgen. Daar moet echter wel worden beseft, dat inschrijving ook financiële gevolgen heeft.
De reden hiervoor ligt in het feit dat de meeste financiële vergoedingen/voorzieningen voor de kinderen vanuit overheidswege verbonden zijn aan het inschrijfadres. Deze zullen dus worden ontvangen door de ouder waar de inschrijving van het desbetreffende kind plaatsvindt. Daarbij kan worden gedacht aan de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de alleenstaande ouderkop (waar aan de orde) en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (waar van toepassing). Voor de laatste is de inschrijfverplichting niet van toepassing, als de feitelijke zorg bij helfte over de ouders is verdeeld.
Het al dan niet ontvangen van bepaalde vergoedingen wordt weer verdisconteerd in de alimentatieberekeningen. Het is dus zeer zeker relevant om u eerst goed te laten adviseren aangaande de gevolgen van bepaalde uitgangspunten, voordat u samen hierover onderling afspraken maakt.
Scheiden betekent, dat uw samenleving op enig moment zal worden verbroken. U zult als ouders dan ook tijdig samen in overleg moeten gaan over de wijze en de mate waarin de zorg over de kinderen over u beiden zal worden verdeeld. Dat betreft niet alleen de reguliere zorgverdeling, maar ook de verdeling van de zorg tijdens de schoolvakanties, feestdagen en bijzondere dagen. U dient dit niet alleen samen te bepalen, maar hoort ook de kinderen op een bij de leeftijd passende wijze bij de afspraken te betrekken.
Tip 1: de verdeling is geheel aan partijen en de kinderen. De kinderen hebben wettelijk recht op zorg van beide ouders, ieder voor de helft, tenzij er praktische belemmeringen zijn. Daardoor is het mogelijk, dat een ouder het merendeel van de zorg uitoefent en de andere ouder een kleiner deel.
Steeds vaker komen er verdelingen voor, waarbij de zorg werkelijk bij helften verdeeld wordt. Een zogeheten co-ouderschap. Bedenk daarbij, dat het niet per se ‘week op - week af’ hoeft te zijn. Er kan zelfs worden gekozen voor wekelijks afwijkende roosters in een cyclus van meerdere weken. Belangrijk is wel, dat het voor het kind goed vol te houden moet zijn, niet te ingewikkeld en zeker niet te belastend.
Ten aanzien van vakanties is het ook mogelijk om een jaarlijks wijzigende verdeling van zorg af te spreken. Bijvoorbeeld een verdeling, waarbij de even jaren anders worden ingericht dan de oneven jaren. Een optie is bijvoorbeeld, om de ene ouder in de oneven jaren eerste keus te geven welke helft van een vakantie wordt genoten en de andere ouder in de even jaren. Of het ene jaar de voorjaarsvakantie naar vader, terwijl deze het andere jaar naar moeder gaat. En dan bijvoorbeeld voor de herfstvakantie andersom, om de balans in evenwicht te brengen.
Bij sommige afspraken is het wel verstandig om een uiterste datum op te nemen voor welke de keuze moet zijn gemaakt en bekend gemaakt. Ook om de andere ouder in staat te stellen tijdig een vakantie te plannen en boeken.
Tip 2: voorkom misverstanden en discussie door de gemaakte afspraken (en eventuele structurele wijzigingen daarop) zo gedetailleerd mogelijk vast te leggen in het ouderschapsplan, dat verplicht is om op te stellen bij een relatiebreuk met kinderen. Bedenk daarbij ook wel, dat een ouderschapsplan een momentopname is. Het dient mee te groeien met de behoefte van de kinderen en de praktische mogelijkheden van de ouders, dus hanteer het niet te star. Het beste ouderschapsplan vindt al snel de weg naar een la en komt er nooit meer uit, omdat de ouders nieuwe en bestaande situaties simpelweg steeds weer in goed overleg oplossen.
En wat nu als u er beiden niet uit komt? Dan zal de rechter knopen moeten doorhakken. Dat kan voor de periode in de aanloop naar de scheiding via de voorlopige voorzieningen procedure en voor de periode na scheiding in de echtscheidingsprocedure. Maar alleen als u voldoende kunt aantonen, dat u voldoende heeft geprobeerd om tot ondertekende afspraken te komen met de andere ouder. Indien na vaststellen van de zorgverdeling er omstandigheden wijzigen, dan kan altijd in een wijzigingsprocedure een aanpassing worden verzocht, wanneer de ouders in goed overleg er niet uitkomen. Dit is een relatief eenvoudige procedure waarbij na een verzoekschrift en een verweerschrift de rechter partijen zal ontvangen op een zitting, alvorens uitspraak te doen.
Bij procederen dient er rekening mee te worden gehouden, dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd zullen worden gehoord door de rechter om te vernemen of hun wensen voldoende bij de standpunten zijn betrokken. De leeftijd varieert per regio. In Rotterdam is dat momenteel vanaf 12 jaar en ouder.
Bedenk bij het procederen, dat de rechter nimmer het detailniveau zal kunnen aanbrengen in uw zorgregeling, dat u als ouders wel kunt bereiken. Nog los van de extra spanning die het oplevert voor de ouders èn de kinderen. Procederen is dan ook het laatste redmiddel.